Cursusleider

 

Cursusleider

Prof. dr. mr. Renée van Schoonhoven

Prof. dr. mr. Renée van Schoonhoven bekleedt sinds 2015 de bijzondere leerstoel 'onderwijsrecht met betrekking tot het beroepsonderwijs' aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Deze bijzondere leerstoel is ingesteld door de Stichting Bijzondere Leerstoelen Onderwijsrecht (SBLO). De stichting is een samenwerkingsverband van de onderwijsorganisaties Verus, Federatie Mbo, VGS en de VU Vereniging. De leeropdracht richt zich specifiek op het onderwijsrecht binnen het beroepsonderwijs, met name het mbo, en is gesitueerd bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling Staats- en bestuursrecht.

Met ingang van mei 2019 bekleedt prof. dr. mr. Renée van Schoonhoven aan de Vrije Universiteit Amsterdam tevens de algemene leerstoel onderwijsrecht. Ook deze leerstoel wordt gefaciliteerd door SBLO en is gesitueerd bij dezelfde faculteit en afdeling.

Prof. dr. mr. Renée van Schoonhoven richt zich op intensivering en verbreding van het - initiële en postinitiële - onderwijs in het onderwijsrecht. Haar onderwijsrechtelijk onderzoek is gerelateerd aan het thema hoe, gegeven de vrijheid van en het recht op onderwijs, de onderwijsrechtelijke infrastructuur van ons onderwijsbestel de transitie van datzelfde bestel de komende decennia mede mogelijk kan maken. Door haar jarenlange ervaring in verschillende onderwijs- en beleidsfuncties is zij in staat praktijk en wetenschap met elkaar te verbinden. Ze is in staat complexe juridische vraagstukken met onder meer concrete voorbeelden inzichtelijk te maken, zodat hoofdlijnen echt bij blijven. Eerder ontving zij bij zowel de masteropleiding van TIAS als bij de VU Law Academy de titel ‘docent van het jaar’. Haar studentbeoordelingen bij VU Law cursussen en bij de door haar ontwikkelde jaarlijkse Leergang Onderwijsrecht, zijn zonder uitzondering bovengemiddeld.
Eerder was prof. dr. mr. Renée van Schoonhoven de auteur van onder meer het rapport LeerKracht! van de commissie-Rinnooy Kan, de rapporten over Amarantis Autonomie verplicht van de commissie-De Wit en van Niet onwettig, wel onwenselijk van de commissie-Halsema, en van het rapport van de commissie-Meurs over ROC Leiden Ontspoorde ambitie.

Ze organiseerde al zeven maal eerder deze landelijke cursusreeks over de WEB.

Publicaties en WEB

Eind 2017 publiceerde zij onder meer samen met leden van haar kenniskring een verkenning naar de waarde van de schriftelijke onderwijsovereenkomst in het mbo. Voorjaar 2018 werkte zij in opdracht van het ministerie van OCW aan een onderzoek van het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR) naar de juridische kwalificatie van de onderwijsovereenkomst en de rechtspositie van de mbo-student. Eind 2019 rondt zij en onderzoek af naar de regulering van medezeggenschap vmbo-mbo, in opdracht van het Expertisecentrum Onderwijsgeschillen.
In 2018 heeft zij publicaties tot stand gebracht over onder meer de regulering van medezeggenschap in het mbo, de invoering van het toelatingsrecht, de (nieuwe) regeling kwaliteitsafspraken en de regulering van en het toezicht op de beroepspraktijkvorming in het mbo. In 2023 verscheen van haar hand het Basisboek onderwijsrecht voor het middelbaar beroepsonderwijs, bij uitgeverij Haes. Dit basisboek kan separaat van deze cursus worden besteld via deze uitgeverij of andere bekende boeken-sites.
Het spreekt voor zich dat de cursusleider alle ins en outs van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) kent, en van alle veranderingen die nog op stapel staan.
De WEB is het belangrijkste wettelijke kader voor mbo-instellingen, studenten en stagebedrijven. Het bevat een breed spectrum aan bepalingen waaraan het onderwijs in deze sector moet voldoen. De WEB omschrijft onder meer welke soorten instellingen er zijn, hoe deze bestuurlijk moeten worden ingericht en wie daarbinnen welke zeggenschap heeft, maar ook waar de mbo-opleidingen inhoudelijk en qua examinering aan moeten voldoen. Ook bevat de WEB bepalingen over de toelating en inschrijving van studenten, over studentenraden en over de benoeming van het personeel.